maandag 28 mei 2012

Emaille van Groningen (2)

Hij is niet meer alleen. Zij staat vlak achter hem op het trottoir langs de kanaaloever. Het hoofd naar de gele museumtoren gericht. Een oudere vrouw, gewikkeld in ontelbare lagen kleren. Bij elke rukwind wordt weer een ander tipje van haar sluiers opgelicht. Een rood baaien onderbroek, een lange grijze broek, een boerenbonten rok, een zwarte wollen rok, weer een rok (onbestemd) en dan een jurk (gevlekt, verschillende tinten groen), nog een jurk (effen oranje), nog eentje (blauw met rode stippen) en nog een paar. Enkele vesten (vier? afgaande op de dessins uit minstens drie verschillende culturen), een tweetal jasjes (donkerblauw en lichtblauw)... Haar rechterhand grijpt de kledingstukken dicht onder haar kin stevig bij elkaar. De knokkels zijn wit en steken scherp af tegen de zwartfluwelen halsdoek. Het lukt haar haar met geen mogelijkheid onder haar hoed te blijven. Lange slierten grijs worden door de wind alle kanten opgeblazen... En dan ziet hij dat haar hoed een grote witte pispot is met blauw randje. Op de kop. Stijf bij het oor vastgehouden door haar linkerhand. Aan haar gezicht is in niets af te lezen, dat ze vecht om in de storm overeind te blijven. Al haar aangezichtsspieren zijn ontspannen. Ze knikt een aantal keren bedachtzaam.
"Wat een wonder, hè!? Wat een creatie!"
Hij knikt aarzelend, niet goed wetend waar zij op doelt.
"Ik weet nog goed...   zat... huis... aangeboden... ontwerp... revolutionair!..."
Het grootste deel van haar betoog wordt door de nog steeds aanwakkerende wind reeds voor haar lippen weg geroofd. Hij fronst zijn wenkbrauwen in grote concentratie om tenminste nog iets te kunnen volgen.
"... realisatie ... levenswerk... oude dag... mooiste plekje, allermooiste plekje..."
Hij kijkt om zich heen. Wat zou ze bedoelen? Het station zeker niet. Wel prachtig gerestaureerd, maar zeker niet revolutionair. Die nieuwe kantoorgebouwen, die de nieuwe ontsluitingsweg naar de stad flankeren (hoe kom je op zo'n formulering!)? Op z'n zachts gezegd allerminst revolutionair en nog lelijk ook. De herenhuizen langs de singels aan de centrumzijde van het kanaal. Oud zijn ze misschien, maar zo oud... Het museum kan ze in ieder geval niet bedoelen. Hoe heet die architect van het museum ook al weer? Is hij niet een Italiaan? Of Zuid-Amerikaan? Er waren er genoeg die het gebouw foeilelijk vonden. Of juist waanzinnig mooi. Oké, revolutionair zou je het kunnen noemen. Hij zucht maar eens diep. Uiteraard bedoelt zij het museum. Hij knikt nadrukkelijk.
"Een hele prestatie! Hoe is u dat zo gelukt? "
Hij moet schreeuwen om gehoord te worden. De oude vrouw kijkt verschrikt op hem neer. Ze maakt snel gebruik van korte pauzes in het gebulder van de wind.
"Je denkt... je denkt toch niet, dat... dat ik... Ben je mal, jongen. Ik zou het wel willen... zou het wel kúnnen natuurlijk... Voor het hele ontwerp hebben ze een beroemde buitenlander voor gevraagd. Ik... ik heb alleen... heb alleen het... het idee van de hand gedaan... Goed idee, niet!? Geweldig idee!"

Terug naar Emaille van Groningen: inhoudsopgave

Geen opmerkingen:

Een reactie posten