dinsdag 19 februari 2013

Nachtburgemeester (verkorte versie)



Bijdrage aan Opiumverhalenwedstrijd 2013: Zwarte bladzijden, Gouden randen
Kortverhaal: Nachtburgemeester: totaal 498 woorden
Nachtburgemeester
Berend  zweet overvloedig. Uitkijkend over de winterse stad twijfelt hij of klimaatveranderingen tot de bestuurlijke competentie behoren.  Of iets daaroe behoort, maakt het leven zo'n stuk gemakkelijker: of je neemt maatregelen of je doet niets. Berend voelt zich oprecht dankbaar dat dienstbaar is aan een maakbare samenleving. Wanneer hij zo over de stad uitkikkt dan voelt het net alsof de stad voor een deel  ook zijn schepping is.
Zijn blik wordt getrokken door een eenzame figuur. Alleen een grijs sikje is te zien, een strakke mond en de zweem van een snor.  Hij is weer keurig op tijd. Elke keer vlak voord de schemering  komt hij langs en kijkt dan  steevast omhoog naar een onzichtbare Berend. 
Aan de overzijde klapt de man een stoel uit en gaat zitten. Zijn kin rust op zijn handen. Dat is het enige wat hij doet. Elke avond.   Een stille actievoerder? Hoe lang zit hij daar al? Berend fronst de wenkbrauwen.  Nu hij er over nadenkt, sinds de dagen weigeren kouder te worden, ziet hij de man dagelijks verschijnen.Opeens heeft hij er schoon genoeg van. Met twee treden tegelijk rent  hij de trap af. Verbaasde hoofden kijken vanuitt diverse deuropeningen.
Voor het eerst loopt Berend niet direct richting Gouverneursplein, maar steekt de straat over. De hogehoed van de oudere man raakt de muur achter hem. Zijn lichtgrijze ogen staan nieuwsgierig. Beernd Mostert staat recht voor hem en zwijgt.
"Koud?" vraagt de oudere man vriendelijk.
Zie je wel denkt! denkt Berend. Een klimaatactivist. Had ik toch gelijk. 
Omstandig zoekend kijkt  hij  om zich heen naar een plek om te zitten of tegen aan te leunen. Voor het eerst sinds jaren heeft hij het gevoel dat hij geen woorden kan vindenn. Hij probeert te zien, wat de oudere man ziet. Waar de blik van de ander heengaat, probeert hij met de zijne te volgen. Berend voelt zich waarnemer van een vertrouwde beeld van een doordeweekse winteravond in Granendam. Hij kan niet langer een glimlach onderdrukken. Zo kent hij deze stad. Dit is zìjn stad. Alleen de man tegenover hem is een raadsel. 
“Wie bent u? Wat doet u hier elke avond buiten op die stoel?”
“Kijken”, is het antwoord. “Kijken èn zien”, voegt hij bedachtzaam knikkend er aan toe. “Jullie daarbinnen zien niet zo veel. Jullie weten nog niet de helft van wat er hier buiten gaande is.”
“Wat dan!?”, reageert Berend geïrriteerd.
“Kijk zelf maar.”
De oude man komt rustig overeind en biedt Berend zijn stoel.  Dan draait hij zich om en loopt langzaam in de richting van het Gouverneursplein.
“Als ik u was, zou ik gewoon eens een tijdje blijven zitten. Verrassend wat je dan niet allemaal over je eigen stad ontdekt, als je een aantal nachten hier doorbrengt . Bijzonder. Heel bijzonder. Leerzaam zou ik het willen noemen. Voor elke stadsbestuurder aan te raden. Biedt echt een geheel  ander perspectief. Heel verhelderend.”

Geen opmerkingen:

Een reactie posten